22

1 Deed afscheid nemen van uw vorige werkzaamheden pijn? Wat komt u Tilburg en de Tilburgers brengen? “Afscheid nemen van projecten doet geen pijn. Afscheid nemen van mensen met wie je een relatie hebt opgebouwd wel. En in al die jaren dat ik wethouder in Gilze en Rijen mocht zijn, heb ik heel wat relaties opgebouwd. Ik hoop de menselijke maat mee te nemen. Vaak moet je je als bestuurder in de Raad verantwoorden voor miljoenen, voor enorme bedragen rondom grootse kwesties. Maar als ik geen kick meer krijg van iemand helpen in de zorg, dan moet ik met mijn vak stoppen. Zo denk ik nu ook niet in uitdagingen, maar stel ik mezelf de vraag wat ik kan toevoegen. Naast alle kennis en inhoud, zijn er ook de mensen. Die menselijke maat dus, daar geloof ik in.” 002.Kent u Tilburg een beetje? Wat vindt u Typisch Tilburgs? “Nou en of ik Tilburg ken. Mijn oma woonde op de Korvel en met de kermis kwamen we vanuit Limburg altijd naar Tilburg. Ik ben gaan studeren aan de Tilburgse Rooi Pannen en gaf daar later les als docent handelsvakken. Rond 2004 was ik directeur van het CWI en woonde ik ook in Tilburg. Typisch Tilburgs vind ik de trots van de inwoners, iets wat ik enkele jaren geleden nog niet zo sterk zag. Dankzij mooie ontwikkelingen in de stad als de Piushaven, Spoorzone en het Spoorpark, is Tilburg zichzelf opnieuw aan het uitvinden. Dat doet de mensen goed.” 003.Wat is uw kracht als bestuurder? Wat hoopt u nog te leren? “Toen ik bekend maakte dat ik in Gilze en Rijen wegging, kreeg ik erg veel reacties van de inwoners van Gilze en Rijen. Thuis op de bank raakten al die berichtjes me wel. Mensen hadden mijn aanwezigheid gevoeld, schreven ze. Hadden altijd ook het gevoel dat het met mij erbij ‘wel goed kwam’. Ik krijg te horen dat ik rust en vertrouwen heb gebracht. Je snapt wel dat ik daarvan ging blozen. Wat ik nog hoop te leren kennen zijn de krochten van de bestuurlijke organisatie in deze stad. Ik wil niet alleen vanuit de organisatie mijn werk doen, maar waak erover dat ik ook ‘buiten blijf spelen’. Ik ken al veel van Tilburg, maar ook nog heel veel niet.” 004.Voelt u zich welkom? Wat ervaart u als de grootste verandering? “Ik voel me meer dan welkom en kreeg ook een hartelijk ontvangst. Wel ga ik er op sommige vlakken op achteruit. Zo was ik wethouder van een dorp met een vliegveld en werk ik nu in een stad zonder vliegveld. Ook had ik in Gilze en Rijen mijn eigen werkkamer, maar moet ik het nu doen met flexplekken. Had ik voorheen eenentwintig bazen, nu zijn het er vijfenveertig. Maar ik ben nog steeds gelukkig! De schaal is groter in Tilburg. Zo ook de agendadruk en het beroep dat op me wordt gedaan. Ik spring op een lopende trein en voel de urgentie. Ik wil er direct staan, betrokken zijn bij wat er in Tilburg gebeurt. Dit leg ik mezelf op. Ik voel dat als een plicht.” 005.Bent u al gewend aan uw nieuwe collega’s? Voelt u zich in Tilburg al een beetje thuis? “Het voelt zeker al vertrouwd en ik blijf ook steeds nieuwe gezichten zien. Zowel binnen het bestuur als ook het secretariaat, alle collega’s, de politieke kant én buiten in de samenleving. ‘We krijgen gelukkig weer een ervaren wethouder’, hoor ik om me heen. Dat doet me goed. Of ik me in deze stad al thuis voel? Nou, ik ben hier in elk geval nu al meer dan thuis, hoor ik van mijn vrouw.” 006.Zijn er plekken in Tilburg die in deze korte tijd als wethouder al indruk op u hebben gemaakt? “Jazeker. Als wijkwethouder van Korvel was ik laatst op bezoek bij Troubadour On Tour. Mensen vertelden in buurtcafé De Troubadour wat hen bezighield. Ik zat meteen in de haarvaten van die wijk, voelde de onderlinge cohesie. Men kent elkaar, is er voor elkaar. Dit zijn pareltjes in een grote stad die niet verloren mogen gaan. Deze verbindingen voorkomen eenzaamheid. Ook was ik in Tilburg Zuid waar mensen een stukje groengebied geadopteerd hebben. Dat deed me denken aan de opening van het mooie Spoorpark. Dat kreeg alle aandacht én terecht. Maar dat kleine stukje groen in Tilburg Zuid dat eveneens zo door mensen gekoesterd wordt is niet minder van betekenis. Ik heb veel respect voor burgerinitiatieven. Die komen rechtstreeks uit het hart.” 007.Wat heeft u met kermis? Gaat u tijdens de Tilburgse Kermis de achtbaan in? “Vroeger vond ik de rups erg leuk. Niet alleen het moment dat het doek dichtviel, maar ook de bal waar je de staart van af probeerde te trekken. Ik herinner me nog goed dat ik daarmee altijd te laat was. Wat de achtbaan op de Tilburgse Kermis betreft: ik ben van nature helemaal geen persoon die alle achtbanen in Six Flags gehad moet hebben. Evenmin zal ik ooit gaan bungeejumpen. Maar als ik straks in de achtbaan móet, doe ik dat. Als kermiswethouder geef ik me helemaal, laat ik me meevoeren. Ik ontdekte tijdens de kick-off toen ik hartelijk werd toegezongen dat de kermis dat voor veel Tilburgers van intrinsieke waarde is. Veel meer dan zomaar een evenement. De kermis heeft iets magisch voor hen en hij hoort helemaal bij Tilburg. Ik wil niet alleen de fun kant ervan beleven, maar het ook snáppen. Als je begrijpt wat mensen motiveert en inspireert, wordt alles vele malen mooier.” 008.Wat vindt u van Roze Maandag? “Een fantastisch evenement dat niet meer van de kermis is weg te denken. Net als Blauwe zondag, waar voor even het licht en geluid uitgaat, de seniorenbingo, de kinderspeurtocht, de gehandicaptenmiddag. De Kermis er voor en van iedereen. Tilburg is een inclusieve stad, een diverse stad. En dat laten we ook op de kermis zien. Ik sta voor die diversiteit. En als ik op Roze Maandag voorop moet lopen, doe ik dat voor de volle 100%. Over diversiteit gesproken. Ik hoorde iemand zeggen dat Tilburg als een glazen knikker is. Afhankelijk van hoe je ‘m in het licht houdt, laat het steeds weer andere facetten van zichzelf zien. Dat vond ik een mooie vergelijking. Zo zie ik Tilburg namelijk ook.” 009.Gelooft u in waarzeggers? Bent u een bijgelovig mens? “Buiten de menselijke maat heb ik ook wel iets rationeels. Ik bedoel, ik moet het wél snappen. Nee, ik ben niet bijgelovig. Mijn gevoelskant is sterk, maar het moet ook wel weer logisch zijn. Ik ben echter ook niet van ‘eerst zien dan geloven’. Inherent aan wethouder zijn is dat je moet kunnen geloven in iets dat nog niet zichtbaar is. Als je zelf niet ergens in gelooft, hoe krijg je dan als bestuurder anderen mee? Ik geloof in de lokale kracht. We kunnen vanuit het gemeentehuis veel doen, maar met de lokale kracht als katalysator kom je nóg verder. Kijk bijvoorbeeld naar het Spoorpark. Het is nu al iets van de Tilburgers zelf geworden.” 010.Welk moment uit uw bestuurlijke leven zult u nooit vergeten? “Op mijn werkkamer in Gilze en Rijen had ik altijd een postkaart liggen. Die kreeg ik van een man toen ik net 22

23 Publizr Home


You need flash player to view this online publication