49

Carnaval 5.Bent u zelf Tilburger? “Geboren en getogen! Behalve mijn accent ben ik ook typisch Tilburgs als het gaat om een gezond stukje zelfspot. Vergeet niet dat de ‘can do’ mentaliteit de Tilburgers ook zo eigen is. We zijn misschien niet het mooiste jongetje uit de klas, maar wel het meest ondernemende. Kijk naar de Spoorzone, de Piushaven en de binnenstad. Tilburg en bouwen gaan goed samen. Daar mogen we trots op zijn.” 6.Wat zijn uw favoriete plekjes in Kruikenstad? “Ik kom graag met mijn vrouw bij Kok Verhoeven en nee, dat is geen familie van mij. RAK aan de Piushaven en de Houtloods in de Spoorzone bezoek ik ook regelmatig. Mijn favoriete stamkroeg is Café Van Horen Zeggen, het vroegere Vagant. Daar heb ik in een ver verleden nog gewerkt. Ik noem het nog steeds Vagant, dat krijg ik er niet meer uit. Wandelen doe ik graag in het Tilburgse dwaalgebied en in de Oude Warande.” 7.‘Boven de rivieren kunnen ze niet carnavallen’, hoor je vaak zeggen. “Maar ze kunnen het wél leren! Carnaval is er voor iedereen. Boven of onder de rivieren. Ach, uiteindelijk gaat het er ook om: krijg je het van huis uit mee of niet? Ik zou zeggen, kom allemaal lekker deze kant op. Vier het gezellig met ons mee. Voordat je het weet ben je met het carnavalsvirus besmet en is er geen weg meer terug.” 8.U bent met carnaval opgegroeid. Hoe verkleedde u zich als kind? “Als kok, compleet met koksmuts en met pollepel in de hand. Als Charlie Chaplin met hoed en wandelstok. Als legopop, ik kom immers uit de tijd van de Transformers. Snoepjes uitdelen vanaf de Prinsenkar gebeurt overigens al enkele jaren niet meer. Maar niet getreurd, lekker met familie en vrienden samenkomen voor worstenbroodjes met koffie en Schrobbelèr vlak voordat de optocht begint, blijft een prachtige traditie.” 9.‘Zòt zèèn is zo gek nòg nìe’ luidt het motto voor 2020. Dat is makkelijk gezegd, maar hoe zot bent u eigenlijk zelf? “Zot genoeg. Ik houd van flauwe grappen en gezelligheid. En als ik een dweilorkest hoor, kan ik lekker uit mijn plaat gaan. Jammer dat carnaval vaak wordt geassocieerd met drank. Drank is een onderdeel ervan, maar niet het doel. Samenzijn en een paar dagen ontsnappen van je werk, je hoofd leeg maken en volop plezier met elkaar hebben, dáár gaat het feest om. Je vier dagen lang helemaal vrij voelen, dat is bijzonder. En gezond bovendien. Daarna kun je er weer een heel jaar tegenaan.” 10.Doet uw gezin mee of bent u voor hen tijdens carnaval maar een rare gast? “Mijn gezin doet lekker mee. Zo staan we elk jaar met onze kleintjes langs de kant voor de optocht. Toen ze geboren werden, zat ik net in mijn laatste periode van de Raad van Elf en had ik een groen-oranje sjaal plus kieltje voor ze gekocht. Tip: als je in de zomer de Prins op straat ziet lopen groet je hem volgens oud gebruik met: hallo Hoogheid!” 11.Hoe wilt u straks de boeken in? Welk verschil hoopt u dan te hebben gemaakt? “Ik vind dat jong en oud samen carnaval moeten kunnen vieren. Dit feest is niet leeftijdgebonden. Verschillende generaties zingen samen dezelfde liedjes, genieten allemaal even hard. Zo zie ik het graag. Het thema raakte me dan ook direct: voor mij is carnaval pure ontspanning. Het maakt je geest vrij. Dat heeft iedereen een keertje nodig. Zot zijn is écht zo gek nog niet!”

50 Publizr Home


You need flash player to view this online publication