62

In het spoor van Bobby Fischer 1. Bij het graf Het was een merkwaardige en indringende ervaring om, in een onaanzienlijk gehucht, Laugardælir om precies te zijn, ongeveer een kilometer van Selfoss gelegen, het graf van Bobby Fischer te zien. We waren op IJsland en reden er speciaal voor om. We konden het niet vinden en stuurden een paar keer de verkeerde kant op. Hier kon het toch niet zijn, zo meende ik, en we belandden op een golfbaan. Uiteindelijk parkeerden we de auto op een rommelig, stenig, veldje. Een kerk en nog geen handvol huizen. Een kerkhof rond de kerk, met nog heel veel ruimte voor nieuwe graven in het gras. Gelijk links van de ingang vonden we zijn eenvoudige graf. Tussen de Sovjet-Unie, in de persoon van Boris Spassky, en het vrije westen. De Sovjet-Unie was al 35 jaar de enige leverancier van schaakkampioenen (Onze eigen Max Euwe was in 1937 de laatste geweest). Daarmee werd de superioriteit van het communistische systeem bewezen, zo meende men. Zou zo’n eenling, zo’n loner uit Brooklyn, NY, het kunnen bolwerken tegen het machtige Sovjet- schaakbolwerk, met zijn schaakscholen, zijn staatsamateurs en zijn onuitputtelijke bronnen? Dit thema zou een inspiratiebron gaan vormen voor vele films, boeken en zelfs voor een musical. Na zijn winst ging het dramatisch mis met Bobby. Daarvoor was het ook al geen gemakkelijke man. Na zijn overwinning op IJsland speelde hij meer dan 20 jaar niet. In de jaren negentig speelde hij een illegale revanchematch met Spassky in Servië, dat toen de paria van de westerse wereld was vanwege de oorlog die Joegoslavië splitste. Hij eindigde, na vele omzwervingen over de wereld, via Hongarije, de Filippijnen en Japan als balling in IJsland. Hij gedroeg zich ronduit onbehoorlijk en onaangenaam in paranoïde en antisemitische uitingen. Hij maakte het moeilijk om van hem te blijven houden. De VS wilden hem uitgeleverd zien. Maar dat deden de Japanners niet, die vervoerden hem naar IJsland, zijn nieuwe vaderland; hij had inmiddels de IJslandse nationaliteit verkregen. Daar werd hij liefdevol opgevangen. Door zijn nieuwe vaderland werd hij natuurlijk niet uitgewezen. Hij lag daar alleen. Geen andere graven direct om hem heen. De staande grafsteen kan niet kaler: naam, geboorte- en sterfdatum. Een boeket paarse viooltjes op een verbindend grasveld fleuren het graf op. In zijn eenvoud juist ook indrukwekkend. Hier ligt wel een voormalig wereldkampioen schaken, ja die Bobby Fischer. De man die in 1972 de hele wereld in spanning hield voor wat toen genoemd werd de match van de eeuw . Het was nog volop Koude Oorlog. Een krachtmeting tussen Oost en West. 18 Corona-editie HWP 2020 Om dan uiteindelijk hier, in dit door God en alle mensen verlaten gat, terecht te komen. De ingestorte boerderij aan de overkant schijnt van een van zijn weinige vertrouwelingen geweest te zijn. Een trieste teloorgang van een briljante geest. Hij gaf mij destijds veel vreugde en inspiratie. Een van de redenen om destijds geïnteresseerd te raken in het schaakspel, de notatie te leren en de partijen uit de krant na te spelen. Ik heb nog een vage herinnering aan de opwinding die die match veroorzaakte. Er stond een wat oudere, dikkige, man met een gleufhoed voor het graf te prevelen. Voor de rest was er geen levende ziel te vinden. Hij vertrok en enige tijd later zagen we hem met een gebogen hoofd over de eenbaansweg naar Selfoss sjokken. 2. Herinneringen ophalen In Selfoss, een klein dorp van 6.000 zielen, groot voor IJslandse begrippen overigens, is aan de hoofdstraat een uithangbord zichtbaar waar het Bobby Fischercenter wordt aangekondigd. Het Centrum bevindt zich op de eerste etage, boven een bloemenwinkel. De ingang is aan de zijkant, de trap naar boven is gelardeerd met 6 foto’s van Fischer gedurende de match van de eeuw. Het is een kleine studie over lichaamshouding en over waar je tijdens een partij je handen kan laten. Boven gekomen is er één grote ruimte. Tegen de zijwand staan wat schaaktafeltjes; het bleek ook de ruimte van de lokale schaakclub. Er was alleen een morsige, uiterst dunne, man, archetype schaker. Hij vroeg me toen ik net lang rondgeneusd had, om de toegangsprijs te betalen. Dat deed ik graag. Zo sponsorde ik immers een lokale IJslandse schaakclub. Er waren verschillende vitrines met herinneringen aan de match. Zoals foto’s over de hectische gebeurtenissen in 1972.

63 Publizr Home


You need flash player to view this online publication