Dagelijks Schaak Tekst Rob Mulder In het afgelopen seizoen werden onder de vlag van HWP enkele Dagelijks Schaaktoernooien georganiseerd. Bij deze toernooien geldt een tijdslimiet van drie dagen per zet, waardoor partijen zich over meerdere weken of zelfs maanden kunnen uitstrekken. Het lijkt een beetje op correspondentieschaak maar is het niet. Correspondentieschaak wordt tegenwoordig door computers gedomineerd, maar bij het Dagelijks Schaak is het gebruik van een engine verboden. Hierdoor lijkt het vooral op het correspondentieschaak van vroeger. Toch is het minder traag, want zetten worden direct doorgegeven en spelers kunnen zo snel zetten als ze willen. Maar dat is natuurlijk niet de bedoeling. Als je drie dagen de tijd hebt voor elke zet, dan is het ook mogelijk om te schaken op een zeer hoog niveau. Tot nu toe zijn er vijf toernooien gestart. Er wordt gespeeld in groepen van vier of vijf waarna de winnaars naar de finalegroep gaan. Het blijkt ongeveer zes maanden te duren voordat een toernooi helemaal uit is gespeeld. Het eerste toernooi werd gestart in oktober 2020, met twee groepen en negen spelers. In het vierde toernooi was dit aantal gegroeid tot vierentwintig spelers in vijf groepen zodat ook de finalegroep uit vijf spelers kon bestaan. Daarna nam de belangstelling wat af, het kostte moeite om vijftien spelers te vinden voor het vijfde toernooi. Een aantal mensen was afgehaakt, omdat ze het te zwaar vonden om continu bezig te zijn met het vinden van goede zetten. Bovendien werden er ook spelers pardoes uit het toernooi gezet door de FairPlay robot van chess.com, een gegeven waar ook andere spelers minder blij mee waren. Er kleven dus nadelen aan, maar voor veel spelers is het toch het beste dat online schaak te bieden heeft. De toernooien waren heel competitief. Het is toegestaan om gebruik te maken van literatuur en openingsdatabases en daardoor was het voor iedereen mogelijk om de opening zeer sterk te spelen. Ik heb zelf de meeste toernooien meegedaan en ik heb vele zware partijen gespeeld waarbij ik vaak koos voor openingen buiten mijn standaardrepertoire. In sommige partijen haalde ik een voor And the winner is… ja, wie eigenlijk??? Tekst Bart Stam Toen ik in 1972, door de match Fischer-Spasski, als twaalfjarige in aanraking kwam met het edele schaakspel, was een van mijn eerste partijen een… correspondentiepartij! Tijdens de zomervakantie had ik een clubspeler uit Noordwijkerhout leren kennen, ene Lindhout (zou de goede man nog leven?). Elke week een zet per briefkaart. Ik zat in Oss – vandaar mijn bijnaam The Wizard of Oss - nog niet op een schaakclub maar had inmiddels al aardig wat schaakboeken, waaronder een boek van Michael Stean over de Najdorf-variant. Ik speelde 8…,Db6xb2, de welbekende vergiftigdepionvariant die Fischer in Reykjavík ook diverse malen had toegepast. Hoe de partij is afgelopen weet ik niet meer. Waarschijnlijk heb ik er halverwege de brui aangegeven, want het kostte mij steeds meer moeite om elke week een zet te bedenken en een briefkaart op te sturen. Correspondentieschaak vereist netheid en een systematische geest, beide bezit ik helaas niet… Ik twijfelde dan ook even toen bijna vijftig jaar later mijn schaakclubs – HWP Haarlem en Pegasus Amstelveen – besloten een dagelijks schaakcompetitie te organiseren. Heb ik hiervoor wel genoeg discipline, dacht ik. Het bleek mee te vallen; dankzij www. chess.com is het een fluitje van een zet om alle stellingen bij te houden en op tijd een zet te doen. Vreemd genoeg kozen de meeste spelers van Pegasus Amstelveen ervoor om de zetten via WhatsApps 38 HWP Haarlem Jaarboek 2020/2021 door te geven; dat is vragen om moeilijkheden, zoals spoedig bleek! Natuurlijk moeten er anno 2021 goede afspraken worden gemaakt over digitale hulpmiddelen. Computerprogramma’s zijn natuurlijk uit den boze maar openingsboeken – heel ouderwets – mochten weer wel. Zo zat ik weer regelmatig op zolder te snuffelen in mijn openingsbibliotheek. Bij Pegasus won ik het toernooi zonder noemenswaardige problemen met 6,5 uit 7. Bij HWP liep het in de voorronde ook voorspoedig, al had ik over geluk bepaald niet te klagen. Zo speelde ik met zwart tegen Richard de Groot in reeds bedenkelijke stelling (zie diagram) de grafzet 34…,g7-g5?? in plaats van 34…,e5-e4. Ik had nog de tegenwoordigheid van geest om direct remise aan te bieden, hetgeen Richard accepteerde. Na 35.Dd3!,Db7 36.c6! kan zwart het opgeven! Koos Stolk gaf met zwart pardoes een stuk weg in het altijd complexe Tweepaardenspel, terwijl hij met wit een remiseachtig lopereindspel onnodig verloor. Van Peter Zoetemeijer had ik weinig last. Zo plaatste ik mij gemakkelijk voor de finalegroep. Voor de finalegroep hadden zich vijf spelers geplaatst, onder wie Willem Mook. Tegen hem speelde ik in september 1988 mijn allereerste partij bij HWP aan de Nieuwe Groenmarkt. Drieëndertig jaar later is Willem nog altijd een geduchte tegenstander en met zwart, als ‘soldaatje’,
39 Publizr Home