Marius, of hoe een schaakmaat vertrekt Marius Jaspers is naar het Oosten vertrokken, daar waar de wijzen vandaan komen. Neen, niet zo ver. Maar toch ver genoeg om afscheid te nemen van HWP Haarlem. Tekst Bas Kamps We horen het helaas vaker de laatste tijd; Haarlemmers die in een volgende levensfase naar elders verkassen. Als we extern moesten spelen liep Marius steevast met de NRC onder zijn arm. Af en toe werd de eerste pagina een blik waardig gegund. Meestal was er te veel afleiding. Een kopje koffie voor aanvang van de wedstrijd, wat ijsberen en een vluchtige conversatie met een vers gearriveerd lid. Als er sociale redenen zijn om naar een schaakclub te gaan, dan was Marius zeker een goede reden. Met Marius is het altijd prettig converseren. We hebben veel met elkaar gesproken, zoals dat gaan met schaken, en passant. We moeten vele uren bij elkaar in de auto gezeten hebben voor de externe wedstrijden. Tochtjes door donker en regenachtig Noord-Holland naar onduidelijke bestemmingen met welluidende namen als Koedijk, Krommenie of Aartswoud. Flarden van conversaties komen weer boven. Over zijn hardloopcarrière, over school en werk, over bloggen en natuurlijk veel over schaken en schakers. En dan, na aankomst in verenigingsgebouwtjes, waar nijvere huisvrouwen bezig waren met een creatieve cursus, de harmonie juist aan het inpakken was en wat jeugdspelers aarzelden om plaats te maken voor de gasten uit Haarlem. En altijd vriendelijke vrijwilligers achter de bar, die voor vriendenprijsjes een koffie inschonken en later op de avond een flesje bier. Marius was vaak snel klaar met schaken, meen ik mij te herinneren. Hij kan enorm creatief spelen. Veel tegenstanders waren daar niet op voorbereid. Soms was Marius dat zelf ook niet. In de napraat, in de besloten donkerte van de auto, relativeerde Marius altijd zijn eigen prestaties. Als hij gewonnen had, dan was de tegenstander een eikel die in zijn eigen mes liep en had hij alleen maar wat middelmatige zetten gedaan. De tegenstander vloog vaak als een mot tegen de lamp bij Marius. Ook als hij verloren had, dan spaarde hij zichzelf bepaald niet. Dan begreep hij niets van die stelling die op het bord kwam, en al helemaal niets van schaken in het algemeen. Herkenbare zelfhaat na een nederlaag. Hij was ook regelmatig het laatst klaar, zoals blijkt uit dit verslag uit 2010 (in die tijd deed ik regelmatig verslag de zwarte velden en stond onaantastbaar midden op het bord. De tijdnood kreeg vat op de tegenstander, die zich dramatisch vergiste door een schaakje te geven in plaats van uit de penning te lopen met zijn koning. Zelden zo´n fataal schaakje gezien. Dat kostte een volle toren. Met een loper meer en nog ruim twee minuten op de klok ontspande Marius zich terwijl zijn opponent in opperste Deze foto geeft blijk van de vreugde die het kampioenschap brengen kan. Marius is de man met de krant, ook na de wedstrijd dus. De foto is van 2011. Ik herinner me dat Marius in zijn blog uitzinnig van vreugde was. Tenslotte is dit een passage uit mijn verslag tegen Zaanstad in 2012. Marius was nog niet helemaal bekomen van zijn ‘ Als er sociale redenen zijn om naar een schaakclub te gaan, dan was Marius een goede reden’ van externe wedstrijden): Marius moest remise houden om de overwinning zeker te stellen. Zijn tegenstander had Marius flink in de klem. Zowel ruimtelijk als met een irritant doorgelopen pion op h2. In wederzijdse tijdnood nam Marius een dappere beslissing, hij offerde een kwaliteit om de gevaarlijke pion onschadelijk te maken. Het resterende eindspel (twee torens tegen toren en loper met nog een handvol pionnen aan beide kanten) leek nog een hele kluif te worden. Maar de machtige loper heerste over 22 HWP Haarlem Jaarboek 2020/2021 verwarring de klok liet lopen tot 0.00. Hiermee was de eerste overwinning veiliggesteld. Deze korte passage uit mijn verslag uit 2011 is ook wel illustratief: Het eerste punt werd nonchalant binnengebracht door Marius. Hij had een dubieus kwaliteitsoffer gebracht waar de tegenstander zich in kon verslikken, en dat deed hij pardoes. Dat was ook een kampioensjaar. Maar alle jaren voelden als kampioensjaren. overwinning dinsdag in de interne op Max Merbis, die hem daarna nog omstandig uitlegde hoe het spel gespeeld moet worden. Daarvan was ie nog wat confuus. Hij kwam florissant uit de opening. Ging vol op de aanval spelen. Als topscoorder van het vierde (5 uit 6!) hoort dat ook zo. Hij won twee pionnen, penetreerde met toren en paard diep in de vijandelijke linies. Maar in de tijdnoodfase wist zijn tegenstander gebruik te maken van de weinige ruimte die hij had over de h-lijn. Hij bracht
23 Publizr Home