58

RENÉ BEAUMONT Bij René was het al snel duidelijk dat hij wilde creëren. Als kleuter knutselde hij vliegtuigen en boten in elkaar. Maar tekende ook in potlood en pen. Later volgden schilderijen in aquarel en olieverf. Gesteund door zijn ouders, die hem altijd stimuleerden om vooral ook ‘gebruik te maken van die andere hersenhelft’, begon hij – naast zijn rechtenstudie in Leiden – met beeldhouwen. “Om toch íéts om handen te hebben…” In die tijd gebruikte hij voor zijn torso’s marmer en mooie, ‘niet toevallig aanwezige’ Leidse modellen. Hij trad in de voetsporen van zijn vader, en werkte vooral surrealistisch. Daar waar een deur sluit…. Zijn eerste portret was dat van zijn eerste zoon, toen nog geen drie jaar oud, in brons. Daarna zouden nog vele andere familieportretten volgen. Met opgroeiende kinderen kwam het beeldhouwen dikwijls stil te liggen. “Carrière maken en werken, om mondjes te voeden, en het hen aan niets te laten ontbreken… Het gaf de maatschappelijk gewenste voldoening aan de ene kant, een naar frustratie neigend onbehagen aan de andere.” Zo’n vijf jaar geleden maakte René zowel zakelijk als privé een enorme ommezwaai. Toen de drie kinderen het huis uit waren, gunde hij zichzelf een vervroegd ‘pensioen’ en ging op zichzelf wonen. Het bracht hem eindelijk de tijd en de ruimte om te doen wat hij wilde: creëren. Koppen boeien, mateloos Het focussen op portretten ligt misschien niet direct voor de hand, maar bleek een logische route. “Torso’s, lijven, poses, ik begon ze wat beu te worden wegens te gemakkelijk. Ik merkte dat ik, onwillekeurig, meer en meer werd gedreven tot het willen doorgronden, dus vastleggen, van de anatomie van gezichten, van elks eigenheden en mimiek, karakter en uitstraling, expressie; persoonlijkheid. Het daagde mij uit om op een nóg intensievere manier naar ‘een kop’ te kijken, en daar het mijne mee te doen.”

59 Publizr Home


You need flash player to view this online publication