68

of we spreken af met vrienden.” Naar het buitenland? Ian is een van de oudste spelers in zijn team. “Tot twee jaar geleden speelde ik met tien jongens die ik ken van de jeugdopleiding. De meesten hebben inmiddels gekozen voor een maatschappelijke carrière. Voor mij is dat moment nog niet aangebroken. Ik vind het spelletje nog te leuk en vertrouw erop dat ik na mijn sportcarrière nog steeds lang kan werken in de maatschappij.” Een transfer naar een buitenlandse club ziet hij zichzelf op dit punt in zijn carrière niet meer maken. “Die kriebel is er jarenlang wel geweest, maar nu ben ik er te oud voor. Bovendien wil ik mijn fijne leven hier in Tilburg met mijn gezin in ons net verbouwde huis niet opgeven.” Hij hoopt nog een jaar of vijf op hoog niveau te kunnen spelen. “Zolang mijn lijf het aankan, ga ik door.” Na een fijne zomer en een verbouwing van zijn huis die vijf maanden duurde, kostte het hem wel even moeite om er weer in te komen. “De vrije tijd beviel me goed. Het was leuk om vrienden en familie meer te kunnen zien. Tijdens het seizoen laat ik veel voor de sport. Een sociaal leven heb ik dan nauwelijks. En als mijn dochter zegt dat ze ergens met me naartoe wil en ik daar geen tijd voor heb, dan vind ik dat best lastig.” Gegrepen door het ijs Ian werd als zesjarig jongetje door het ijs gegrepen. “Toen mijn ouders uit elkaar gingen, verhuisde ik met mijn moeder van Breda naar Tilburg, haar geboorteplaats. Hier ontmoette ze haar jeugdvriendinnen weer die ze kende van kunstschaatsen.” De jonge Ian vond het machtig interessant. Al snel stond hij zelf ook op het 68 ijs en bleek hij een geboren keeper. “In mijn eerste jaar bij de jeugd speelden we met kleine goaltjes zonder keepers. Toch hing ik altijd rond bij het doel en was ik dus constant aan het verdedigen.” Zijn teamgenootjes scoorden gemiddeld vijftien keer per seizoen, hij slechts éénmaal. “Ook toen stond ik achterin, bij ons doeltje. Ik speelde de puck en scoorde bij toeval.” Een jaar later ging hij een team omhoog en werd hij officieel keeper. “De verantwoordelijkheid van het keepen past bij mij.” Naast de sport werkt Ian als chauffeur. Zijn twee ‘banen’ lopen enorm uiteen. “Het chauffeuren is goed te combineren met de sport. Daarom heb ik voor deze job gekozen.” In de sport bouwt hij nauwe banden op met teamgenoten. “Met collega’s in een normale baan blijft het contact aan de oppervlakte. Als sporters maken we elkaar op hoogte- en dieptepunten mee. In een gewone baan kun je tegen collega’s zeggen dat het prima gaat terwijl dat niet zo is, maar bij ons val je door de mand. Je spel zal er gegarandeerd onder lijden. We kennen elkaar door en door en dat is een aspect dat de sport voor mij zo mooi maakt.” Hoogtepunt 2019 Zijn sportieve hoogtepunt in 2019 was de halve finale. “Dit is een ‘best of five’ waarin we met twee-nul achterstonden, maar toch gewonnen hebben met twee-drie. Helaas verloren we daarna dus wel de finale. Toch ben ik trots dat we die weer gehaald hebben.” IJshockey is een zware sport, niet alleen omdat het een contactsport is. Ian legt uit: “Dat zit ‘m in de combinatie tussen fysieke en psychische belasting. Mijn lichaam moet om kunnen gaan met een hoge mate van stress. Voor mij draait alles om het niet doorlaten van de puck. Ik voel altijd een enorme druk. Er staat tweeduizend man op de tribune naar me te kijken en dan zijn er mijn teamgenoten die alles voor me overhebben, net zoals ik voor hen. Ik wil dat ze mij dankbaar kunnen zijn, net zoals ik hen dankbaar ben als ze scoren. Daar komt de fysieke belasting voor mijn heupen en knieën bij. Als keeper moet je niet bang zijn om in een split of andere lastige houdingen te gaan liggen. Dat maakt het fysiek pittig.” Hij heeft inmiddels een groot aantal finales en andere cruciale wedstrijden gespeeld. Omgaan met die stress gaat hem dan ook steeds makkelijker af. “Maar ik ben nog steeds weleens zenuwachtig. Yoga helpt mij hierbij. Dat doe ik sinds een aantal weken, het bevalt goed. Ik heb er baat bij, want ik word er rustig van. Ik ga er komend jaar zeker mee door.” De verantwoordelijkheid van het keepen past bij mij Wat brengt 2020? Ian hoopt in 2020 met zijn team weer de finale van de Oberliga te bereiken. Het zou de vijfde keer op rij zijn. Terwijl hij nog een kop thee inschenkt, vertelt hij dat hij niet verwacht dat het bestuur van de Oberliga zijn team laat promoveren. “Ik hoop daar in ieder geval niet meer op. Dus naast het halen van de finale hoop ik voor mijn jongere teamgenoten dat ze zich mogen ontwikkelen tot een vaste waarde binnen het team.” Hij kijkt alweer uit naar de vrije zomer van 2020. “We gaan met zijn drietjes naar Ibiza, het eiland verkennen en genieten van het weer. Ook ga ik verder met uitzoeken of ik kan gaan studeren. Ik oriënteer me op de opleiding tot leerkracht in het basisonderwijs.” Zijn liefde voor het onderwijzen van kinderen ontstond tijdens de gymlessen die hij gaf toen hij een periode Sport en Bewegen studeerde. Dat beviel hem supergoed. Helaas blijkt het tot nu toe lastig om een deeltijdstudie te vinden die hij kan combineren met zijn werk en sport. Hij verwacht dan ook pas op zijn vroegst na de zomer van 2020 te kunnen starten. “Als mijn schema het toelaat, help ik dan ook graag mee op de school van mijn dochter. Daar krijg ik hetzelfde blije gevoel van als van ijshockey.”

69 Publizr Home


You need flash player to view this online publication