Vijf vragen aan Jos Broersen Vertel iets over je sociale status; gezinssituatie, woonsituatie, e.d. In 1990 ben ik gaan samenwonen met José. We hebben drie dochters en een kleindochter. In 2000 zijn we in Heemstede komen wonen. Wat doe je/deed je in je werkzame leven? Vorig jaar ben ik met pensioen gegaan. Daarvoor heb ik een kleine 25 jaar bij verschillende woningcorporaties gewerkt, van vakantiehulp tot directeur-bestuurder. Daarna 6 jaar actief bij een groot adviesbureau als senior consultant gebiedsontwikkeling, met aandachtsgebieden projectmanagement en financial control. De laatste 9 jaar in dienst bij een gemeente als strategisch adviseur vastgoed in rol van zakelijk geweten, tevens generiek probleemoplosser. Wat zijn naast het schaken jouw andere interesses, liefhebberijen en/of hobby’s? Tweemaal per week sta ik als prutsende liefhebber achter de tafeltennistafel bij HTC in Hoofddorp. Eigenlijk net zoals ik bij HWP de stukken verzet. Mogelijk dat de combinatie van de twee, het zogenoemde schafeltennis, voor mij het beste werkt. Voordien heb ik een aantal jaren recreatief hardgelopen, zo’n 40 km per week. Door een slepende rugblessure is daar vorig jaar helaas een einde aan gekomen. Fietsen doe ik ook graag. De afgelopen jaren hebben we gefietst in Nederland, België en Frankrijk. In juni 2023 gaan we met vrienden een week fietsen in Engeland. We hebben sinds onze pensionering een ‘Cineville’ abonnement. Dus ook elke week naar het filmhuis. Clubkampioenschap 1939: A. Hablous Gespeeld werd er in twee klassen. De nieuwe clubkampioen werd A. Hablous. Zijn voorganger Koster ontbreekt in de einduitslag. In het krantenbericht met de einduitslag valt op te maken dat de R.K.- mannen, gelegerd in de Ripperdakazerne, actief geworven werden. Inmiddels was de speellocatie gewijzigd naar een zaal bij café “Du Nord”, Rijksstraatweg 56. Wat is je favoriete muziek, boek, film, museum of iets dergelijks? Echte kunst is niet makkelijk. Ik hou van de inspanning die het vraagt om het te leren kennen. Dat geldt voor mij net zo goed voor schilderkunst als voor muziek en literatuur. Maar ook: de kunstenaar communiceert en ik doe wat terug. Hoe kleiner de afstand, hoe groter de verbinding. Bij muziek ga ik liever naar een klein concert in een kroeg of dorpshuis dan naar een groot festival of stadion. Ik kan er erg van genieten als uitvoerende artiesten zich geconcentreerd inspannen, elkaar meenemen in het spel en speelplezier hebben. Dan kan het net zo goed gaan om een strijkkwartet, een jazzcombo of een bluegrass-countryband. Liever het onbekende verkennen dan zonder nadenken de allemansvrienden achternalopen. Afgelopen periode met het Cineville abonnement veel prachtige films gezien. Ik kijk graag naar Japanse en Koreaanse films. Wat daarvan hier te lande vertoond wordt, is meestal goed tot zeer goed. De afgelopen jaren ben ik qua literatuur vooral geraakt door boeken die de ellende van het stalinisme (en inmiddels ook het poetinisme – of moet je dat neo-stalinisme noemen?) van binnenuit laten zien. Van Vasili Grossman (het monumentale ‘Leven en Lot’) tot Guzel Jachina en wat er tussen en omheen zit. Vertel nog iets bijzonders over jezelf Een van mijn motto’s is: ‘de meeste dingen gaan per ongeluk goed’. Dat helpt om ongerustheid te relativeren – in moderne taal: ‘los te laten’ – en met een gezonde zorgeloosheid door het leven te gaan. Ik kan het al mijn schaakgenoten aanbevelen, vooral in partijen tegen mij. In de lente kijk (en luister) ik graag naar de koolmeesjes in onze tuin, die in het nestkastje een gezin stichten, in ploegendienst voer aanslepen en als kers op de taart ons de vlieglessen aan hun kroost laten bijwonen. Gewoonweg prachtig. ‘ Een van mijn motto’s is: “de meeste dingen gaan per ongeluk goed” HWP Haarlem Jaarboek 2022/2023 49
50 Publizr Home